Advies: Balans van de topsectoren 2014
Op verzoek van de minister van EZ en de staatssecretaris van OCW maakt de AWTI tweejaarlijks een balans op van de topsectorenaanpak. De topsectorenaanpak is in 2010 ingezet waarbij negen sectoren aangewezen werden als topsector. Betere publiek-private samenwerking in deze sectoren draagt bij aan de versterking van onze economie en maatschappij. Het World Economic Forum liet onlangs zien dat Nederland het goed doet op de indicator voor publiek-private onderzoekssamenwerking. De ‘Balans van de topsectoren 2014’ geeft een aantal aanbevelingen om de topsectorenaanpak te verbeteren.
Nieuwe dynamiek
De raad constateert dat de topsectorenaanpak een ingrijpende systeemverandering is omdat gelijktijdig een integrale en sectorale aanpak werd ingevoerd en nieuwe vormen van financiering en organisatie van publiek-private samenwerking werden opgezet. Het gevolg is dat veel partijen met elkaar in gesprek zijn gegaan – soms voor het eerst, soms opnieuw – en dat er meer zelforganisatie in de topsectoren ontstond. De topsectorenaanpak heeft geleid tot een substantiële nieuwe dynamiek in de Nederlandse economie. Deze dynamiek moet bestendigd worden voor de toekomst. Gun de topsectorenaanpak daarom ten minste tien jaar de tijd om een succes te worden.
Verbeteringen nodig
Een drietal verbeteringen is nodig om dit succes te realiseren. De overheid moet stevig inzetten op een sterkere verbinding met belangrijke spelers als startups, hogescholen, regionale overheden en vakdepartementen. De raad pleit voor nieuwe instrumenten om deze verbindingen te realiseren. Bovengenoemde spelers moeten zich sterker vertegenwoordigd voelen in de governance van de topsectoren.
De overheid doet er verder goed aan eenduidig en consistent de visie en doelen van de topsectorenaanpak uit te dragen. Daar heeft het in het begin aan geschort. Ten slotte moet de overheid meer doen om de topsectorenaanpak eenvoudiger te maken. Dat betekent dat de overheid eerder de regie neemt bij afspraken die topsectoren overstijgen.