Verslag en foto's symposium Verspreiding - De onderbelichte kant van innovatie
Impressies AWTI-symposium Verspreiding – de onderbelichte kant van innovatie, 7 september 2018
‘Nederland scoort goed op de internationale ranglijsten voor innovatie. Maar de verspreiding van innovatie moet beter.’ Zo opent AWTI-voorzitter Uri Rosenthal het symposium ‘Verspreiding – de onderbelichte kant van innovatie’. In een afgeladen zaal van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag gaan vier prominente sprekers met elkaar, met leden van de AWTI en met de zaal in discussie over innovatieverspreiding. Dat gebeurt aan de hand van voorbeelden van haperende én voorspoedige verspreiding uit de bouwsector, de gezondheidszorg, de landbouw en de watersector. De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, Mona Keijzer, neemt het advies in ontvangst uit handen van Uri Rosenthal en AWTI-raadslid Koenraad Debackere.
Koenraad Debackere: ‘Verspreiding maakt innovaties waardevol. De overheid kan verspreiding bespoedigen
Koenraad Debackere, AWTI-raadslid en hoogleraar innovatiewetenschappen aan de KU Leuven, geeft als eerste spreker een toelichting op het rapport. ‘Het is belangrijk dat waardevolle innovaties zich verspreiden, ook over grenzen heen. Bijvoorbeeld van huisarts naar ziekenhuis of van bouwbedrijf naar bouwbedrijf. Pas dan kunnen innovaties echt bijdragen aan de oplossing van brede maatschappelijke problemen. En pas dan kunnen bedrijven hun investeringen terugverdienen en herinvesteren. De overheid kan verspreiding ondersteunen, onder andere door zelf veel vaker innovaties in te kopen en door meer onderlinge samenwerking op dit gebied tussen ministeries. Het miniserie van Economische Zaken en Klimaat moet, als verantwoordelijke voor het innovatiebeleid, innovatieverspreiding een grotere plaats toekennen in het beleid.’
Presentatie Koenraad Debackere
Mona Keijzer: ‘Bij innovatie is weten is nog geen doen’
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, Mona Keijzer vat het probleem samen met een verwijzing naar een WRR-advies: ‘Ook bij innoveren geldt: weten is nog geen doen’. Ze ziet dat het rapport van de AWTI het innovatiebeleid ondersteunt, maar ook de vraag opwerpt of de overheid hiermee voldoende doet om de verspreiding van innovaties te bespoedigen. De staatssecretaris geeft enkele voorbeelden van bestaande beleidsinstrumenten die verspreiding, in de zin van marktintroductie, ondersteunen.
André Dorée: ‘Meer Living Labs.’
De bouw worstelt met de verspreiding van innovatie, vertelt André Dorée, hoogleraar markt- en organisatiedynamiek in de bouw aan de Universiteit Twente. ‘De bouw is georganiseerd in eenmalige projecten. Dat maakt het lastig om naar de langere termijn te kijken.’ Volgens de hoogleraar ligt de focus in de bouw vooral op het op orde houden van de werkvoorraad en niet op productontwikkeling. Dorée: ‘In een hoogconjunctuur is er dan geen tijd voor innovatie, in een laagconjunctuur is er geen geld voor.’ Dorée pleit voor de totstandkoming van meer livinglabs. Daarin kunnen bedrijven samenwerken rond innovaties, waardoor deze zich ook makkelijker zullen verspreiden. Daarnaast onderschrijft hij het advies van de AWTI om meer in te zetten op de overheid als inkoper en gebruiker van innovatie.
Janneke de Kramer: ‘Vraag mensen naar hun verbeterideeën en plannen.’
Innovaties verspreiden zich pas als de mensen die ermee moeten werken het nut ervan inzien. Dus is het essentieel dat je deze mensen vraagt waar ze tegen aan lopen en welke verbeterideeën en -ambities ze hebben. Dit inspireert ze om innovaties toe te passen.’ Aan het woord is Janneke de Kramer, Programma Manager Agro Food Robotics Universiteit Wageningen (WUR). Zij geeft voorbeelden van innovatieverspreiding in de landbouwsector. Als de mensen zelf overtuigd zijn is er een goede basis voor samenwerking tussen overheid, onderzoek en bedrijfsleven. Maar, zegt Kramer ook, verspreiding kan lang duren: ‘Het duurde 25 jaar voordat de melkrobot een normale zaak werd in de veeteelt.’
Greet Prins: ‘Lef, liefde en leiderschap nodig’.
Greet Prins, voorzitter Raad van Bestuur van de Philadelphiagroep en lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS), constateert dat het implementeren van innovaties in de zorg niet eenvoudig is. Greet Prins: ‘Innovatie is gedoe en mensen houden niet van gedoe. Zij blijven het liefst in hun comfortzone.’ Innovatie is wel cruciaal voor de toekomst van de zorg, aldus Prins. De overheid moet organisaties en burgers die innovaties omarmen belonen. En ook accepteren dat innovaties kunnen mislukken. Prins roept daarom op tot lef, liefde en leiderschap, drie eigenschappen die voor zowel bestuurders als overheid nodig zijn voor innovatieverspreiding.
Roeland Allewijn: ‘Overheid moet van ‘nee tenzij’ naar ja, mits’’
‘De overheid kan partijen verbinden, een voedingsbodem leggen voor kennis en vakmanschap en richting geven aan innovatie. Daaraan geven ze al invulling door missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid.’ Roeland Allewijn, directeur Veiligheid en Water bij Rijkswaterstaat, ziet dus een duidelijke rol voor de overheid in het helpen verspreiden van innovaties. Daarbij is wel een ander manier van denken nodig. ‘We moeten van ‘nee tenzij’ naar ‘ja mits’, en naar meer samenwerking rond gedeelde belangen.
Panel en afsluiting: ‘Gedoe en maatwerk nodig.’
Onder leiding van dagvoorzitter Eva Kuit gaan de sprekers met elkaar en met de zaal in discussie. Sprekers en publiek zijn het erover eens dat verspreiding van innovatie gedoe oplevert maar wel cruciaal is voor het succes ervan. ‘De succesfactoren en knelpunten verschillen sterk per sectoren per technologie. Ministeries moeten per geval nagaan wat nodig is om verspreiding ruim baan te geven.’
Uri Rosenthal sluit het symposium af. ‘De AWTI lijkt met dit thema een gevoelige snaar te raken. Verspreiding is echt de onderbelichte kant van innovatie en meer beleidsaandacht is nodig’. Pas als de innovaties die we in Nederland produceren zich ook makkelijk en snel verspreiden is Nederland met recht een innovatieve topper te noemen.