Publieke onderzoeksinstituten in Nederland

Hoe kunnen publieke onderzoeksinstituten – binnen het brede en diverse kennis- en onderzoekslandschap – zo groot mogelijke maatschappelijke en wetenschappelijke meerwaarde creëren? Dat is de vraag waarover de AWTI gaat adviseren in het najaar van 2025.

Aanleiding

In het advies staan onderzoeksinstituten centraal die vanuit de rijksoverheid (deels) structureel worden gefinancierd en waarvoor ministeries een bepaalde verantwoordelijkheid hebben. Denk hierbij aan de planbureaus en de rijkskennisinstellingen (zoals RIVM, KNMI, NFI en KiM), de instituten van NWO en KNAW, de instituten voor toegepast onderzoek (zoals TNO en Deltares) en de sectorgeoriënteerde onderzoeksinstituten (zoals het NIVEL, SWOV en Mulier Instituut). Deze instituten maken deel uit van een grotere wereld van organisaties die zich met kennis en onderzoek bezighouden: die hebben zich tot elkaar te verhouden én tot de samenleving (beleid en politiek, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers). De context van publieke onderzoeksinstituten is daarom uitdagend en gecompliceerd. Dan zou het zomaar kunnen dat publieke onderzoeksinstituten minder maatschappelijke en wetenschappelijke meerwaarde creëren dan waar ze in potentie toe in staat zijn: hoe kan dat beter en waarom is dat dan beter?

Maatschappelijke en wetenschappelijke meerwaarde

Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij de publieke onderzoeksinstituten en bij het bredere kennis- en onderzoekslandschap om te laten zien hoe zij vanuit verschillende rollen en met verschillende soorten kennis bijdragen – nu en in de toekomst – aan maatschappelijke en wetenschappelijke vooruitgang. Daarnaast ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de ministeries om te zorgen voor een brede kennisbasis die niet alleen vandaag relevant is, maar ook in de toekomst. Als AWTI willen we adviseren over hoe publieke onderzoeksinstituten zo groot mogelijke maatschappelijke en wetenschappelijke meerwaarde kunnen creëren. Om dat te kunnen doen, hebben we onszelf de vraag gesteld: Hoe kan het beter ten opzichte van de huidige situatie en waarom is het dan beter? En hoe je het ook wendt of keert, uiteindelijk moet je het dan hebben over waarden. Het is ongetwijfeld spannend en ingewikkeld om die discussie te voeren: het betekent dat aannames en overtuigingen moeten worden geëxpliciteerd.

Aanpak

We vinden het belangrijk al tijdens het adviestraject open met stakeholders en doelgroepen te communiceren en hen ook te betrekken in de totstandkoming van het advies. Dat doen we onder andere via individuele gesprekken en door ontwerpsessies te organiseren, waarbij we kennis, ervaringen en verbeeldingskracht bij elkaar brengen. Daarnaast streven we ernaar gedurende het adviestraject tussentijdse inzichten te delen. Dat doen we onder andere via LinkedIn en deze pagina die we regelmatig bijwerken.

Ontwerpsessies

De AWTI organiseert in maart een viertal ontwerpsessies. Hierin willen we met een gevarieerd gezelschap van stakeholders en deskundigen een toekomstperspectief voor het landschap van publieke onderzoeksinstituten ontwerpen. Met het organiseren van deze sessies hopen we het denken over het creëren van maatschappelijke en wetenschappelijke meerwaarde van publieke onderzoeksinstituten te faciliteren.

Verwachte publicatiedatum

Najaar 2025

Contactpersonen

Karin Wittebrood
Tara van Viegen
Eline Visser