Kabinetsreactie op twee AWTI-adviezen
In een brief aan de Tweede Kamer geeft staatssecretaris Mona Keijzer (EZK) de reactie van het kabinet op twee recente adviezen van de AWTI: ‘Versterk de rol van wetenschap, technologie en innovatie in maatschappelijke transities’ (februari 2020) en ‘Krachtiger kiezen voor sleuteltechnologieën’ (januari 2020). Ze stelt dat ze de adviezen in grote lijnen ziet als een aanmoediging om door te gaan op de ingeslagen weg. Daarbij doelt ze op de doorontwikkeling van de missiegedreven aanpak van het innovatiebeleid en op het stimuleren van de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. De staatssecretaris licht in de brief tevens de stand van zaken toe in het missiegedreven innovatie- en topsectorenbeleid en in het beleid voor sleuteltechnologieën, en geeft aan welke stappen ondernomen worden om het beleid verder te versterken.
In de kabinetsreactie op het advies over maatschappelijke transities schrijft de staatsecretaris dat het AWTI-advies om met een overkoepelend toekomstbeeld te komen als richtaanwijzer voor wetenschap en innovatie aansluit bij het pleidooi (in het kader van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen) om het missiegedreven huidige beleid te verbreden met een publiek spoor. Hiermee komt innovatie volgens het kabinet al meer in dienst van de maatschappelijke vergezichten te staan, zoals een circulaire economie. Voorts is de staatsecretaris het met de AWTI eens dat het belangrijk is andere partijen te betrekken bij het innovatiebeleid.
In de kabinetsreactie op het advies over sleuteltechnologieënbeleid schetst de staatssecretaris de huidige aanpak voor onderzoek en innovatie rond sleuteltechnologieën. Ze geeft aan dat deze periodiek zal worden herijkt en dat waar mogelijk zal worden gewerkt conform de werkwijze die de AWTI aanbeveelt: kaders stellen, een helder besluitvormingsproces doorlopen en tot weloverwogen keuzes komen. De AWTI beveelt aan een Taskforce Sleuteltechnologieën op te richten dat onafhankelijk en met brede expertise het portfolio van sleuteltechnologieprogramma’s beheert, calls organiseert en keuzes maakt. De staatssecretaris vindt het niet voor de hand vindt liggen om een dergelijk orgaan op te richten. Ze verwijst hierbij naar de ambitie van het themateam Sleuteltechnologieën om zich te ontwikkelen tot een strategisch adviesorgaan van de overheid. Verder schetst de staatssecretaris de omvang van de middelen die op dit moment kunnen worden toegerekend aan sleuteltechnologieontwikkeling en is optimistisch over de mogelijkheden die het Groeifonds zal bieden om meer specifieke middelen ter beschikking te stellen, zoals ook door de raad aanbevolen. Tenslotte onderschrijft de staatssecretaris het pleidooi van de raad voor meer aandacht voor dilemma’s en zorgen die leven in de samenleving bij de ontwikkeling en introductie van nieuwe technologie.