Advies: WTI-Diplomatie - Offensief voor internationalisering van wetenschap, technologie en innovatie
Nederland loopt achter op buurlanden bij de inzet van diplomatie voor internationalisering van wetenschap, technologie en innovatie (WTI-diplomatie). Dat is slecht voor de concurrentiepositie van Nederland. We dreigen hierdoor de internationale strijd om talent te verliezen, terwijl R&D steeds meer naar het buitenland zal verschuiven. De AWTI pleit dan ook voor een heldere strategie en meer middelen voor WTI-diplomatie in zijn advies ‘WTI-diplomatie. Offensief voor de internationalisering van wetenschap, technologie en innovatie’, dat is aangeboden aan de ministers van EZ, OCW en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
![](/binaries/medium/content/gallery/awti/content-afbeeldingen/2017/05/kaft-wti-diplomatie.jpg)
Voor dit advies heeft de AWTI onderzocht wat met Nederland vergelijkbare landen doen aan WTI-diplomatie, onder meer via achtergrondstudies naar het aantrekken van R&D-investeringen uit het buitenland en een landenstudie naar WTI-Diplomatie in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.
Deze twee landen besteden net als Duitsland per inwoner ruim twee keer zoveel als Nederland aan WTI-diplomatie. Bovendien werken ze met duidelijke doelstellingen, meerjarenplannen en een ruim beleidsinstrumentarium. “Pakt Nederland deze internationale handschoen nu niet op dan gaan we onderuit”, aldus AWTI-voorzitter Uri Rosenthal.
“Nederland mist nationale regie en strategie”, aldus AWTI-lid Martin Schuurmans. “Ook zijn het budget en instrumentarium te beperkt. Voor WTI is de wereld het speelveld. Nederland is een sterk kennis- en innovatieland. Het wordt tijd dat Nederland door een goede branding zich internationaal ook zo positioneert en daarnaar handelt door een versterking van de Nederlandse WTI-diplomatie.”